In Nederland zijn de aantallen koolmot rupsen gewoonlijk laag, vooral als de zomer koud en nat is. De motten vliegen voornamelijk gedurende de schemering. Overdag zitten ze onder de planten en zijn moeilijk te vinden.
Eerste en tweede vlucht
In mei - juni verschijnen de eerste vlucht koolmotten. Hun aantal is in die periode nog niet groot en de schade blijft beperkt.
In augustus verschijnt de tweede vlucht, deze is talrijker en veroorzaakt veel meer schade aan de gewassen.
Uiterlijke kenmerken
De vleugels hebben een spanwijdte van 15 mm. De eieren zijn langwerpig en 0,5 mm lang en 0,3 mm breed. Ze hebben een geelachtige kleur met een platte onderkant. Ze worden afzonderlijk of in groepjes van 2 tot 3 afgezet aan de onderkant van de bladeren vaak langs grote nerven.
De jonge rupsen veroorzaken venstervraat. De volwassen rupsen vreten volledige gaten in de bladeren. De schade is het grootst wanneer de rupsen de groeipunten van jonge planten aanvreten. De rupsen kunnen 15 mm lang worden. Bij aanraking rollen ze zich op en laten zich van de plant vallen aan een gesponnen draad. Door de uitwerpselen kan het gewas ernstig worden vervuild.
Levenscyclus
De levenscyclus van de koolmot heeft de volgend stadia: ei, larve, pop en volwassen mot. Er zijn zowel mannelijke als vrouwelijke motten. De vrouwtjes leven ongeveer 16 dagen. Ze leggen in die tijd 70 - 90 eieren. Na circa 8 dagen komen de rupsen uit de eieren en beginnen direct te knagen aan de bladeren.
Ongeveer 20 dagen later spint de volgroeide rups een cocon. Bevestigd deze aan de onderkant van een blad langs een nerf en gaat verpoppen.
Het popstadium duurt 8 dagen.
De koolmot overwintert als pop.
In Nederland komen 3 generaties per jaar voor.
Maatregelen
Anti - Insectengaas
Biologische bestrijders zijn sluipwespen en roofwantsen.
Bacterie preparaten op basis van Bacillus thuringiensis worden gespoten.