Op andijvie kunnen twee soorten wortelluizen voorkomen, namelijk een wollige en een niet-wollige wortelluis.
Bij aantasting door de wollige wortelluis (Pemphigus bursarius) blijven de planten in groei achter. Aan de wortels zie je luizen zitten in een witte wollige massa.
Deze luis komt in het voorjaar veelvuldig voor, zeker wanneer de andijvie in de buurt van populieren staan. Het overvliegen vanaf populieren naar andijvie begint in de tweede helft van juni. De wollige wortelluis is ongeveer 5 weken actief. Vóór juli worden gewoonlijk geen luizen op de wortels aangetroffen. De zwaarste aantasting vindt ongeveer in het midden van augustus plaats. De wollige wortelluis leeft niet samen met mieren.
De niet-wollige, witachtige wortelluizen ((Neotrama caudata en Trama troglodytes) zuigen aan de wortels van andijvieplanten. Zij leven juist steeds samen met mieren. Indien er mieren bij de wortelluizen voorkomen, moet eerst het mierennest worden opgespoord, Strooi bij het mierennest Lavameel, dan gaan de mieren er van door.
Verder is er geen biologische behandeling mogelijk.