Verschillende rupsen van koolwitjes en nachtvlinders vreten gaten in koolbladeren.
Cyclus
Bij de eerste generatie (april - mei) leggen de vlinders hun eitjes doorgaans op bladeren van wilde verwanten van kool, zoals het herderstasje.
De tweede en eventueel derde generatie vlinders die in de zomer uitzwermen, leggen hun eitjes op de onderzijde van je koolbladeren. De rupsen die uit de eitjes komen, zijn nog klein en hun eerste vreetwerk is eerder onschuldig. Na enkele vervellingen boren de groter geworden rupsen gaten in blad en kool.
De belangrijkste rupsen zijn die van de kooluil, het groot koolwitje en het klein koolwitje.
Een bescherming tegen de eerste generatie vrijwaart de kolen dus niet van aantasting op een later moment.
Bij het aanraken van de plant laten ze zich zeer snel vallen. De rupsen oprapen en een geschikt plekje zoeken waar je deze aan de vogels kunt voeren.