Verzilting is het geleidelijk toenemen van het zoutgehalte van bodem.
De grond in de kas gebruiken we intensief. Eén van de meest voorkomende problemen is verzilting. Dit is het geleidelijk oplopen van het zoutconcentratie in de bodem van de kas, men kan dan een wit laagje zout op de grond aantreffen en de productie van de gewassen gaat achteruit.
Voor de grond in de kas gebruikt men o.a compost, stalmest, potgronden en organische meststoffen, deze bevatten allen een bepaalde hoeveelheid aan zouten. Ook leidingwater en grondwater bevat zouten en mogen niet in te hoge doseringen voorkomen.
Doordat er in de kas geen regen kan vallen, spoelen deze zouten veel moeilijker weg. Het gevolg is dat zouten zich in de bodem van de kas gaan opstapelen. Door middel van de capillaire werking (dit is een natuur verschijnsel waarbij het water stijgt tegen de werking van de zwaartekracht in). Door het opstijgen van grondwater naar de oppervlakte, komen deze gezakte zouten vaak terug naar boven, tot bij de plantenwortels.
Veel hangt af van de soort en de hoeveelheid bemesting die gebruikt is. Ook de opname van voedingstoffen, het soort water en de hoeveelheid hiervan wat men verbruikt, heeft invloed. In het algemeen beginnen de problemen wanneer men compost of stalmest gebruikt na 7-10 jaar op te treden. Bij het gebruik van kippe- en duivemest zal de zoutconcentratie sneller oplopen. Het gebruik hiervan in de kas is dan ook af te raden.
Meststoffen zijn eigenlijk zouten die uiteenvallen in ionen. Een zout is een chemische verbinding tussen positieve en negatieve ionen Een ion is een geladen atoom of een molecuul. Dit betekent dat onze bodem elektrische geladen deeltjes bevat.
Meststoffen, zijn dus in staat om elektrische stroom te geleiden. Hoe hoger de concentratie aan ionen, hoe gemakkelijker een elektrische stroom kan geleiden. Water is een zeer goede geleider voor andere ionen uit meststoffen
EC is een aanduiding van eenheid, die de totale ionensterkte van het het elektrisch geleidingsvermogen aangeeft. Deze wordt uitgedrukt in milli Siemens per cm ((mS/cm) of in micro Siemens/cm.
De verhouding is dan:
1 milli Siemens/cm | 1000 micro Siemens/cm |
Door het meten van de EC-waarde van de bodem komen we meer te weten over de groeimogelijkheden van de teelten. Dankzij de beschikbaarheid van gebruiksvriendelijke EC-meters kan iedereen zelf gemakkelijk de zoutconcentratie meten van de bodem in de kas of in de tuin, compost, potgrond, regen of leidingwater. Alle EC-meters, geven een globale meting van de concentratie van de totale oplosbare zouten in een vloeistof.
Bij het uitvoeren van een meting is de temperatuur van het meetwater erg belangrijk en heeft invloed op de resultaten van de meting. Het is daarom noodzakelijk altijd te meten bij dezelfde temperatuur om tot een vergelijking te komen tussen de meet resultaten. De resultaten zijn gebaseerd op een watertemperatuur van 25 graden. Per 1 graad temperatuurverschil zal de EC-waarde 2,5% hoger of lager aanduiden.
goede waarde | |
Normale tuingrond | 3-5 |
Biologische potgrond | 0,8 - 1,5 |
Universele potgrond | 4-7 |
Zaai en stekgrond | 1.5-2 |
Groencompost en zelf gemaakte compost | 7.5-15 |
Aloë Vera | 5 |
Sla | 1-1.8 |
Tomaten | 2.5-3.0 |
Kas doorspoelen | 0.5-1.0 |
Regenwater bevat 1 - 10 minder zouten dan grondwater:
watersoort |
EC-waarde in mS/cm |
Regenwater |
0.01 - 0.05 |
Grondwater |
0.1 - 0.5 |
Leidingwater |
0.3-0.7 |
Werkwijze
Neem 3 verschillende monsters van het water dat je wil meten. Doe de kleine, eenzelfde hoeveelheid water in verschillende potjes. Door 3 monsters te vergelijken kom je tot een beter beeld van de EC-waarde.
Beoordeling van de meetresultaten van de waterkwaliteit in mS/cm.
in mS/cm |
kwaliteit |
< 0.25 |
zeer goed water welk geschikt is voor alle teelten |
0.25 tot 0.75 |
goed water welk geschikt is voor min of meer zouttolerante planten. Regelmatig doorspoelen en de EC-waarde meten zal nodig zijn |
> 0.75 |
water welk slecht geschikt is, eventueel bruikbaar wanneer jaarlijks goed kan doorgespoeld worden |
De gevoeligheid voor een te hoge zoutconcentratie is per plantensoort verschillend. Zaailingen en jonge planten zijn veel gevoeliger dan oudere planten. Door de te hoge zoutconcentratie worden bepaalde ionen in de bodem niet opneembaar voor de plantenwortels en kan er een groeistilstand en bladverbrandingsverschijnselen optreden. De eerste planten die er last van ondervinden zijn sla soorten en de aardbeien. Ook zullen zaden minder goed kiemen.
Gebrekverschijnselen
Wat kan men doen
Hoe doe je dat
Laat per week 12,5 liter water per m2 in de kas lopen, gespreid over enkele uren en dagen. Het water mag niet weglopen uit de kas want dan wordt ook bodemgrond mee weg gespoeld. Herhaal deze procedure 3 keer. Door de massale hoeveelheid water kunnen de zouten gaan oplossen en naar de ondergrond doorzakken.
Wanneer
Tijdens de winterperiode van oktober tot januari, zodat de grond nog voldoende tijd heeft om tot het voorjaar op te drogen en weer kan opwarmen.
Met het doorspoelen van de grond bederf je wel de structuur, maar wanneer met zorgt dat de kas grond over voldoende humus beschikt dan is het structuurbederf minder.
Voorzorg
Breng geen bemesting aan net voor het doorspoelen.
Wacht met bewerken van de bodem tot deze voldoende is uitgedroogd tot een normaal niveau.
Milieu
Doorspoelen kunnen we geen milieuvriendelijke maatregel noemen. Immers behoren tot de zouten die we doorspoelen naar het grondwater ook nitraten. Gelukkig zijn we maar met een beperkte oppervlakte en een beperkt aantal zouthoeveelheid bezig.
Uitgraven
De te zoute bodem uitgraven en nieuwe teelaarde aanbrengen behoort ook tot de mogelijkheid. Graaf dan minimaal 40 cm diep tot maximaal 80 cm. Bedenk dan wel dat de zouten uit de ondergrond met het capillaire water terug naar de bovengrond gebracht kunnen worden.
Opgepast