Wat is veredeling
Veredeling is het ontwikkelen van planten die zo goed mogelijk aan de eisen van de mens voldoen. Veredeling van zaden kent een rijke geschiedenis door de jaren heen. De oorsprong van veredelen begon met het selecteren van grassen, hieruit zijn de granen ontstaan. Veel groenten van nu vinden hun oorsprong in wilde planten die door de tijd heen steeds verder zijn verbeterd door natuurlijke en eigenhandige selectie. In de biologische sector is veredeling van rassen die op natuurlijke wijze ook met elkaar kunnen kruisen door middel van selecteren en kruisen toegestaan maar gentech niet.
Het principe van veredeling
Het principe van de plantenveredeling is zo veel mogelijk goede eigenschappen in één planten ras te verenigen
Geschiedenis
Plantenveredeling ontstond al in de tijd van jagers en verzamelaars. De eerste dorpjes werden gesticht op plaatsen waar voedzame plantensoorten voorhanden waren. In het begin verzamelde de bewoners alleen de zaden, bollen en knollen voor voedsel. Maar men kwam er achter dat het beter zou zijn om een deel van de sterkste planten te laten staan en hiervan zaden, knollen of bollen te bewaren om in het volgende seizoen te zaaien of te planten. Door telkens weer de beste en sterkste planten te selecteren waarbij men rekening hield met belangrijke eigenschappen zoals opbrengst, smaak en gevoeligheid voor ziektes was men toen al onbewust bezig met veredeling van deze voedselproductie.
Later komt de zaadgoed ontwikkeling in handen van boeren en kleine zaadhandelaren. Boeren en tuinders bewaarden hun eigen zaden voor het volgende seizoen. De rassen waren vaak geselecteerd en aangepast aan hun specifieke wensen en de regio. Tegelijkertijd werden er onderling ook zaden geruild. Hiermee ontstond een grote diversiteit aan rassen binnen elke soort groenten. Ook werd er gehandeld door kleine zaadhandelaren wat de diversiteit weer vergrootte.
Vanaf het begin van de 20e eeuw ontstaat de industrialisatie van landbouw. De rassenveredeling en zaadgoed productie komt steeds meer in handen van gespecialiseerde zaadbedrijven. Er ontstaan meer uniforme rassen. Hierdoor worden veel oude rassen niet meer geteeld en zijn deze soms zelfs helemaal verdwenen terwijl zij wel het uitgangsmateriaal bevatten van de hedendaagse moderne rassen. Hiermee beperk je de genetische diversiteit en verlaag je de voedselzekerheid.
Vanaf jaren 80 spelen laboratoriums een rol bij het ontstaan van gentechnologie (GM) er worden GMO /GGO gewassen geïntroduceerd. In 1994 werd het eerste genetisch gemodificeerde voedsel in de VS op de markt gebracht. GMO is de Engelse term voor genetically modified organism. GGO Is de Nederlandse term voor genetisch gemanipuleerd organisme beide termen worden in Nederland gebruikt. Patent aanvragen op planteneigenschappen behoord vanaf nu ook tot de mogelijkheden.
Het grote verschil zit in de de rassenkeuze en de productiewijze. Ook de omgeving heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de plant. De omstandigheden op een biologisch tuin is vaak anders dan in een gangbare situatie.
In de biologische landbouw wordt deels met andere rassen gewerkt. Er wordt gekozen voor rassen die beter groeien met organische bemesting.
Bij biologische zaadveredeling kiest men voor rassen die een grotere weerstand tegen ziektes en plagen hebben.
De productiewijze neemt meer tijd in beslag omdat gewassen voor zaadteelt langzamer groeien en langer op het veld staan.
In de biologische landbouw wordt geen kunstmest en geen chemische middelen gebruikt.
Biologische zaden zijn altijd GMO vrij. Er is kunstmatig niets aan het DNA van de plant veranderd.
In de gangbare landbouw wordt er gekozen voor rassen die goed reageren op het gebruik van kunstmest.
Bij gangbare teelt maakt men niet alleen gebruik van kunstmest maar ook van chemicaliën om plagen en ziekten te bestrijden.
In de gangbare zadenteelt kunnen zaden ontsmet zijn met chemische bestrijdingsmiddelen.
Bij zaadveredeling ligt de nadruk bij hoge opbrengst.
F1 Hybride betekent letterlijk eerste nakomeling uit kruising. Bij F1 hybride rassen worden door veredelaars twee ouderlijnen met elkaar gekruist die dat van nature ook zouden kunnen doen.(dit valt dus niet onder genetische manipulatie) De positieve eigenschappen van de twee families vullen elkaar aan hierdoor ontstaat een plant met de gewenste eigenschappen die men voor ogen heeft. Dit proces van verdeling is ingewikkelder dan van zaadvaste rassen en vraagt meer ingrijpen door de mens. De veredeling levert een gelijkmatig groeiend gewas op met een hoge opbrengst en grote uniformiteit. Wanneer men van deze plant zaden gaat gebruiken dan kunnen de nakomelingen afwijkende eigenschappen hebben. Met de F1-hybride wordt de voortplantingscyclus dus doorbroken. Daarom is het zaad van een F1-hybride niet te gebruiken om in een volgend seizoen mee te gaan zaaien. Hybride zaden zijn zowel in biologisch zaden als in gangbare zaden verkrijgbaar. Zaad van F1 hybriden is vaak prijzig, omdat ze door gespecialiseerde veredelingsbedrijven worden ontwikkeld en er kwekersrechten op zit.
Parthenocarpie is een benaming voor een vrucht dat zich ontwikkelt zonder dat er bevruchting heeft plaatsgevonden, men noemt dit ook wel Maagdelijke uitgroei. Het woord Parthenocarp is afgeleid van het Griekse woord “Parthenos” wat maagd betekent. Parthenocarp kan ook als mutatie voorkomen in de natuur, wat een gebrek is, omdat de plant zich niet langer kan voortplanten.
In de tuinbouw worden sommige planten zodanig veredeld dat ze parthenocarp worden. Er hoeft dan niet voor bestuiving gezorgd te worden en de vruchten bevatten geen of weinig zaden, wat een voordeel is voor verdere verwerking. Bij sommige geïmporteerde gewassen is de natuurlijke bestuiver niet mee geïmporteerd en wordt om die reden een parthenocarp ras geteeld.
Voorbeelden van vruchten zonder zaden zijn: augurken, komkommers, druiven en bananen,mandarijnen.
Maagdelijke voortplanting is niet hetzelfde als ongeslachtelijke voortplanting waarbij slechts één ouder betrokken is. Dit laatste begrip is ruimer en slaat bijvoorbeeld ook op vegetatieve vermeerdering zoals het stekken van planten en op Prokaryoten zoals eencellige organismen die geen X en Y chromosomen kennen en niet in verschillende seksen voorkomen, zoals bacteriën.
In de natuur wordt een maagdelijke geboorte parthenogenese genoemd. Een slimme voortplantingsmethode, waarbij vrouwtjes van bepaalde diersoorten in staat zijn om onbevruchte eitjes zonder zaad te ontwikkelen tot een foetus. Deze maagdelijke vrouwtjes leggen spontaan eitjes of baren jongen. De nakomelingen van maagdelijke voortplanting bij dieren zijn vrijwel altijd exacte kopieën van de moeder. Voorbeelden zijn: de bladluis, bepaalde kevers en zo ook sommige slangen, hagedissen en salamanders.
Een kind krijgen zonder dat er sperma aan te pas komt kan dat? Nee nóg niet, maar de vraag is hoe lang nog.
Bij mensen is voor bevruchting een versmelting van het DNA van man en vrouw noodzakelijk. De actieve en inactieve stukjes DNA komen samen om elkaar aan te vullen. In het geval van parthenogenese zouden er heel wat inactieve stukken DNA niet gecomplementeerd worden en de nakomelingen die hier uit voortkomen heel wat erfelijke defecten hebben, wat de kans op levensvatbaarheid aanzienlijk reduceert.
Eicellen kunnen aangezet worden tot parthenogenese door ze elektrisch of chemisch te stimuleren. Nederlandse onderzoekers hebben voor het eerst nieuw leven laten ontstaan in een laboratorium, zonder dat er een bevruchting is geweest. De wetenschappers van het MERLN Instituut (Universiteit Maastricht) en het Hubrecht Instituut in Utrecht kweekten beginnende embryo's uit stamcellen van muizen.
Gentechnologie of Genetische technologie wordt ook genetische modificatie genoemd. Het is een moderne vorm van biotechnologie wat in een laboratorium wordt toegepast waarbij op kunstmatige wijze Genen worden overgebracht via DNA-technologie naar een ander organisme ook als de twee organismen van nature niet met elkaar kunnen kruisen. Hierdoor wordt het DNA van een organisme direct aangepast en kunnen er compleet nieuwe organismen gemaakt worden. Met genetische technologie kan een GEN geïdentificeerd, geïsoleerd en gekloneerd worden. Deze techniek wordt ook genetische manipulatie genoemd. In Nederland worden twee verschillende afkortingen gebruikt met dezelfde betekenis namelijk, GMO (de Engelse term voor genetically modified organism) en GGO (Nederlandse term voor genetisch gemodificeerd organisme) Planten die op deze wijze worden gemaakt worden ook wel GM-planten genoemd.
Biotechnologiebedrijven houden ons voor dat deze aanpassing nodig zijn om rassen resistent te maken tegen ziekten of tegen bepaalde bestrijdingsmiddelen of onder slechtere omstandigheden te kunnen groeien. Soms kunnen ze ook extra voedingsstoffen bevatten. Door een betere oogst stijgt de opbrengst per hectare met minder milieubelastende bestrijdingsmiddelen. Gewassen die beter bestand zijn tegen hitte of droogte kunnen een uitkomst zijn voor ontwikkelingslanden of de gevolgen van klimaatverandering. Dit zou gunstig kunnen zijn voor de mondiale voedselvoorziening. Helaas blijkt het in de praktijk anders te zijn. Er ontstaan zogenaamde "superplagen". De boeren moeten dan alsnog pesticiden inzetten om iets van hun oogst te redden en grijpen dan vaak weer naar zware bestrijdingsmiddelen. Door vergaande uniformisering verdwijnen veel oude rassen terwijl deze wel het uitgangsmateriaal bevatten van de hedendaagse moderne rassen.
Gentech gewassen worden met name gebruikt voor grootschalige, intensieve landbouw waar men vaak maar een soort gewas teelt. Er ontstaat een monocultuur wat voor een afname van de hoeveelheid plantensoorten zorgt waardoor biodiversiteit verdwijnt. Gentech zaden zijn niet toegestaan in de biologische teelt omdat bij deze methode natuurlijke grenzen worden overschreden.
De gentech zadenmarkt wordt nu bijna volledig beheerst door zes grote bedrijven Monsanto, Syngenta, DuPont Pioneer, Dow, Bayer en BAF. Deze bedrijven vragen patent aan op hun gentech zaden. Door het patent worden deze zaadbedrijven eigenaar van alle zaden, vruchten en planten met deze eigenschap en zijn deze niet meer vrij te gebruiken. Er ontstaat een machtsmonopolie van zaad- en chemie- multinationals. Hierdoor wordt niet alleen de veredelingsmogelijkheden geblokkeerd maar ook de Agro-biodiversiteit (alle vormen van biodiversiteit die gerelateerd zijn aan duurzame landbouw) die wij nodig hebben om onze voedselvoorziening in stand te houden.
Reclaim the Seeds is sinds 2016 een jaarlijks evenement waar zaden en informatie uitgewisseld wordt. Men vraagt aandacht voor zaadvaste rassen met als doel het bewustzijn van de fragiele situatie van zaden te vergroten om zo bij te dragen aan de strijd voor meer biodiversiteit en een duurzamer en robuuster voedselsysteem. Reclaim the seeds is ooit begonnen als protest tegen de nieuwe EU- regelwetgeving voor zaden en pootgoed. Volgens het Europees Octrooibureau is het patenteren van planten mogelijk als de technische haalbaarheid van de uitvinding niet beperkt is tot een specifieke variëteit. De uitvinding moet met andere woorden toepassing kunnen vinden in verschillende plantensoorten. Dit verhoogt de drempel voor het patenteren van gentechnologieën. Deze regelgeving is ongunstig voor boeren, kleine zaadveredelaars en de agrarische biodiversiteit in het algemeen.
Een andere aanleiding was de snelle overname van diverse zaadbedrijven door een klein aantal grote multinationals. Het zijn vooral chemische bedrijven die nu ook de zadenmarkt domineren. Maar op dit moment ligt meer de focus op het verzet tegen kwekersrechten op gewassen en de dreigende introductie van weer een nieuw ras waarvoor DNA manipulatie is toegepast.