Slim plannen is hierbij een belangrijk sleutelwoord. Bij je teeltplan dien je dus al rekening te houden met spreiding voor je oogstbewaring zodat niet alle oogst tegelijk rijp is. Let dus vooral op vroeg, middel vroeg en late soorten. Hierdoor kun je de oogst over een langere periode spreiden en een langere periode vers van het land eten.
Te hoge of te lage bewaartemperaturen kunnen schadelijk zijn voor de kwaliteit en de houdbaarheid van het product.
Wij gaan uit van 5 bewaarmethodes:
Temperatuur 2 -10 graden bij een luchtvochtigheid 90 - 95% Bewaar in houten kistjes met vochtig zandbak zand of vochtig cocopeat. Controleer regelmatig op rottende exemplaren.
Temperatuur 2 -10 graden bij een luchtvochtigheid 80% Inkuilen of bewaren in een koele, vorstvrije kelder, schuur of garage. Zorg ervoor dat de ruimte koel en donker is en een goede ventilatie heeft. Ook de bewaar temperatuur en luchtvochtigheid is van belang. Een te vochtige omgeving verhoogd het risico op schimmelvorming.
Temperatuur 2 -10 graden bij een luchtvochtigheid 50 – 70% Een luchtvochtigheid van maximum 70% is en een temperatuur van 10-15 graden.
Temperatuur 10 tot 15 graden bij een luchtvochtigheid 50 - 70%B.v op een zolder of inpandige garage.
Temperatuur max 30 graden bij een luchtvochtigheid 50 – 70% Op een plek waar het warmer is dan 15 graden en koeler dan 30 graden, maar niet in de zon
Belangrijke regels
Bewaren in houten kistjes of nestbaren stapelbare kratjes
Bewaren in een koele, donkere, vorstvrije kelder, schuur of garage met ventilatie. Leg karton zonder prints op de bodem en een klein stukje tegen de zijkant en vul met een laagje vochtig zandbakzand of vochtig cocopeat. Het zandbakzand dien je wel eerst te wassen. Zandbakzand en cocopeat zijn pH neutraal en bevat geen schimmels of voedingsstoffen.
Ook de bewaar temperatuur en de luchtvochtigheid is hierbij van belang. Een te vochtige omgeving verhoogt het risico op schimmelvorming. Controleer regelmatig op rottende exemplaren en verwijder deze.
Inkuilen
Inkuilen is een oude techniek om gewassen te bewaren of om planten te beschermen tegen vorst, uitdroging en om rotting en schimmelvorming zoveel mogelijk te voorkomen. Bij het inkuilen van planten kunnen deze nog langzaam doorgroeien. Deze techniek wordt nog steeds door tuinders gebruikt. Groente die een koele tot koude vochtige omgeving nodig hebben zijn hiervoor geschikt. Voor alle buitenopslag dien je ieder jaar een andere locatie te zoeken omdat de locatie besmet kan raken met bacteriën.
Voorbeelden die je goed kunt inkuilen zijn:
Sluitkolen zoals witte kool, rode kool, savooiekool Sluitkolen zoals witte kool, rode kool, savooiekool
Wortelgewassen zoals pastinaak, wortelen, wortelpeterselie, schorseneren, koolrapen, knolselderij, mierikswortel, rammenas
Ook sommige appelsoorten kun je inkuilen.
Wanneer inkuilen
Inkuilen gebeurt meestal rond eind oktober begin november. In ieder geval voor de vorstperiode.
Zorg dat de isolatiematerialen niet verontreinigd zijn met pesticiden.
Verschil van inkuilen
Bij het inkuilen is het belangrijk dat de groenten op een laag pitje in leven blijven.
Bij koolgewassen laat je de wortels aan de plant zitten. Bij het inkuilen plant je het koolgewas met de wortels opnieuw in de aarde. Zet ze naast elkaar maar zorg dat ze elkaar niet raken.
Bij wortel en knolgewassen draai of snijd je het loof eraf maar laat je 4-5 cm. zitten zorg dat de groeipunt niet beschadigd raakt anders treedt er rotting op.
Voor buiten maak je bij lichtere grondsoorten met een laagwaterpijl een kuil van 1 m diep in de grond. Om te voorkomen dat muizen, ratten en andere knaagdieren bij je oogst komen kun eerst fijnmazig volièregaas aanbrengen en dan bedek je de bodem luchtig met 15 cm stro, hooi, droge bladeren of maisstengels. De zijkanten kun je ook luchtig bedekken. Wanneer de kuil gevuld is dek je de inhoud luchtig af met 15 cm. stro, droog blad of houtkrullen of maisstengels en een laag droog zand. Maak er een greppeltje omheen zodat vocht niet via de zijkant naar binnen kan.
Bij zware en vochtige bodems is een kuil niet raadzaam maar maak je een bult boven op de grond. Maak er een greppeltje omheen zodat vocht niet via de zijkant naar binnen kan.
Dek de kuil of bult niet af met plastic hierdoor wordt de inhoud afgesloten van zuurstof en verzuurt de inhoud. Dit in tegenstelling tot boeren die na het inkuilen afdekken met plastic. De inhoud is dan alleen geschikt voor veevoer.
Probeer de kuil of bult zo weinig mogelijk open te maken.
Buitenopslag heeft als nadeel dat deze soms onbereikbaar is bij vorst.
Oppervlakkig inkuilen
Kies een goed gedraineerde locatie en graaf een stuk uit van 15 tot 20 cm diep en bekleed deze met isolatie materiaal zoals stro, hooi, of droog afgevallen blad. Plaats de groente deels onder het oppervlak. Dit zorgt voor een betere bescherming. Het geheel wordt afgedekt met isolatiemateriaal en zand. Om het gevaar voor overtollig water te verkleinen graaf je een greppel rondom de opslagplaats. Geschikte groenten zijn laat rijpende groente soorten die enige vorst kunnen verdragen.
Inkuilen in een ton
inkuilen in een ton is bedoelt om een kleine voorraad aan te leggen waar je makkelijk bij kunt.
Graaf een ton in en laat ongeveer 10 cm boven de grond uitsteken. Vul de ton eerst met een flinke laag isolatiemateriaal zoals stro, hooi of droge bladeren. Vul nu de ton met één soort gewas en maak laagjes afgewisseld met het isolatiemateriaal. Eindig met een flinke laag isolatiemateriaal. In de deksel maak je een soort van schoorsteentje. Gebruik een afvoerbuis van 32 mm doorsnee en 20 cm lang. Aan de bovenkant van de buis maak je twee haakse bochtjes die naar beneden wijzen zodat er geen water in kan. Dit zorgt voor ventilatie in de ton. Bij vorst stop je wat stro in het gat van het haakse bochtje.
Aardappelen
Aardappelen kun je bewaren in kistjes, deze hoeven niet in zand of cocopeat. Controleer ook hier regelmatig op rotte en aangetaste aardappelen en verwijder de scheuten.
De ideale bewaartemperatuur voor kookaardappelen ligt tussen de 4-10 C. Bij het bewaren van aardappelen die je wilt frituren, roosteren, barbecueën, bakken of grillen mag de bewaartemperatuur niet lager dan 8 C. zijn, anders neemt het suikergehalte sterk toe en hierdoor ook het acrylamide gehalte. Acrylamide is een schadelijke stof en de aardappels zullen bij bovengenoemde bereiding een bruine kleur krijgen in plaats van een goudgele kleur. Bij koken vormt zich geen acrylamide.
Bewaar aardappelen en uien niet samen. De uien zullen door het vocht uit de aardappelen sneller bederven. De aardappelen zullen sneller hun smaak verliezen omdat uien het ethyleengas uitstoten.
Aardpeer
Aardperen blijven jaren goed zolang ze onder de grond blijven. Zodra ze de grond uit zijn, moet je ze zo snel mogelijk eten, anders worden aardperen zacht en begint het velletje te rimpelen. Wil je een voorraadje aanleggen voor consumptie op kort termijn dan kun je als volgt te werk gaan:
Vul een grote zwarte emmer met een deel licht vochtige tuingrond, maar zorg ervoor dat de aarde niet te nat is. Leg hier de aardperen op en zorg dat ze elkaar niet raken en bedek met nog meer vochtige tuinaarde. Zet de emmer in de kelder, schuur, of garage. Zodat je er telkens een paar aardperen uit de emmer kunt halen. Bewaar bij een temperatuur van 2-10 graden.
Aubergine
Deze bewaar je het beste op een koele plek bij een temperatuur van 12-15 graden maar liefst niet in de koelkast. Enkele dagen houdbaar.
Augurk
Ze zijn houdbaar bij ongeveer 10 tot 12 °C en een hoge relatieve vochtigheid van ongeveer 95 %. Bewaar in een koele kelder, schuur of garage. Gewikkeld in een vochtige doek zijn de komkommers ongeveer 2 tot 5 dagen houdbaar. Als de komkommers in huishoudfolie worden verpakt, zijn ze langer vers te houden. Ze zijn houdbaar bij ongeveer 10 tot 12 °C en een hoge relatieve vochtigheid van ongeveer 95 %. Bewaar in een koele kelder, schuur of garage. Gewikkeld in een vochtige doek zijn de komkommers ongeveer 2 tot 5 dagen houdbaar. Als de komkommers in huishoudfolie worden verpakt, zijn ze langer vers te houden.
Bleekselderij
Ter plaatse: Bleekselderij kun je in vochtige grond een tijdje bewaren. Je rooit de planten met wortels en al en zet ze naast elkaar in een geul. Dek af met stro of droge bladeren en daarboven op komt agro coverdoek of rietmatten. Dit zorgt ook voor verluchting. De kans op rotting blijft bestaan, dus regelmatig controleren.
Bieten
In het najaar met af en toe lichte vorst in de nacht kun je het gewas afdekken met een dikke laag mulch hiermee kun je de oogstperiode verlengen. Bij strenge en langdurige vorst dien je andere maatregelen te nemen. Bieten kun je koel en vochtig bewaren in een houten kistje met vochtig zandbakzand. Het loof draai of snijd je eraf maar laat nog wel 4 cm aan de biet zitten. Bieten kun je ook inkuilen. Bewaar bij een temperatuur van 2-10 graden.
Bonen (droog)
Droogbonen laat je aan de planten de bonen helemaal drogen tot de peulen dor, droog en knisperend zijn, dan pas kun je de boontjes uit de peul halen.
Na laat je de boontjes in huis helemaal nadrogen op een bord of handdoek. Wanneer de bonen helemaal droog zijn kijk je deze na en verwijderd de bonen die beschadigingen hebben. Vervolgens verpak je deze in een diepvrieszakje en schrijf hier de naam op van het soort en de data.
Leg het zakje nu 24 uur in de vriezer. Hiermee voorkom je dat de e.v.t eitjes van de bonenkever uit gaan komen. Haal daarna het zakje uit de vriezer en laat de bonen in het dichte zakje helemaal ontdooien. Vervolgens schud je de bonen eruit en laat je deze nogmaals goed drogen. Nu kun je de bonen in een goed afgesloten pot op een donkere koele plaats bewaren.
Bereiding:
Je haalt de hoeveelheid uit de pot die je denkt nodig te hebben. Week de bonen een nacht in koud water. Daarna afgieten en met schoon water opzetten en koken. Daarna kun je de bonen verwerken voor de maaltijd. Je kunt de gekookte bonen ook afgieten en onder koud water afspoelen en in kleine bakjes terug zetten in de vriezer voor verwerking in een pasta of andere maaltijdschotel.
Courgette
Deze bewaar je het beste op een koele plek bij een temperatuur van 12-15 graden maar liefst niet in de koelkast. Enkele dagen houdbaar.
Groenlof en Roodlof
Ter plekke kun je groen- en roodlof lang in de tuin laten, maar moet je wel afdekken met agro coverdoek tijdens de vorstperiode.
Komkommers
Ze zijn houdbaar bij ongeveer 10 tot 12 °C en een hoge relatieve vochtigheid van ongeveer 95 %. Bewaar in een koele kelder, schuur of garage. Gewikkeld in een vochtige doek zijn de komkommers ongeveer 2 tot 5 dagen houdbaar. Als de komkommers in huishoudfolie worden verpakt, zijn ze langer vers te houden. Komkommers zijn ook gevoelig voor het rijpingsgas ethyleen. Bewaar komkommers niet samen met tomaten, bananen, mango, peren en appels.
Koolraap en Koolrabi
Bewaar deze op een koele, droge plaats bij ca. 12-15°C. Zo is de groente enkele weken houdbaar. Inkuilen kan ook.
Knolselderij
In het najaar met af en toe lichte vorst in de nacht kun je het gewas afdekken met een dikke laag mulch hiermee kun je de oogstperiode verlengen. Bij strenge en langdurige vorst dien je andere maatregelen te nemen. Knolselderij kun je in een koele, vorstvrije kelder, schuur of garage bewaren in een kistje met vochtig zandbakzand. Knolselderij kun je ook inkuilen. Bewaren bij een temperatuur van 2-10 graden. De grootste knollen bewaren het minst, dus die kun je het best eerst eten.
Knolvenkel
Bewaar in een koele, droge vorstvrije kelder, schuur of garage in vochtig zandbakzand bij een temperatuur van 2-10 graden.
Knoflook
Droog op het bed na het oogsten (bij droog weer)
Hang op een goed geventileerde, schaduwrijke en koele plaats. Was de knoflook nooit na het oogsten. Na het drogen bewaren in een koele droge goed geventileerde ruimte in een mandje of een papieren zak met gaatjes. Liever niet in de koelkast, vocht kan schimmelvorming geven. Bewaren bij een temperatuur van 2-10 graden.
Paprika
Deze bewaar je het beste op een koele plek bij een temperatuur van 12-15 graden maar liefst niet in de koelkast. Enkele dagen houdbaar.
Prei
Winterprei ter plekke en bij strenge vorst kun je prei in een emmer met vochtig zand op een koele vorstvrije plaats een paar weken bewaren. Herfstprei moet voor de vorst van het land zijn of je bewaard de laatste oogst in een emmer met vochtige aarde op een koele vorstvrije plaats bij een temperatuur van 2-10 graden.
Pastinaak
In het najaar met af en toe lichte vorst in de nacht kun je het gewas afdekken met een dikke laag mulch hiermee kun je de oogstperiode verlengen. Bij strenge en langdurige vorst dien je andere maatregelen te nemen. Je kunt de wortels het best in de grond laten tot wanneer je ze nodig hebt. Als er strenge vorst heerst, dek je ze af met stro, hooi, of droge bladeren. Voor een kleine voorraad in een vorstperiode kun je de pastinaak in een emmer met licht vochtige grond zetten of leggen en weer afdekken met vochtige grond. Bewaar op een vorstvrije plaats bij 2-10 graden.
Pompoen en Patission
Leg ze op een donkere koele plek (12-15 graden, op een droog oppervlak zoals houtkrul, sto of karton. Zorg ervoor dat de vruchten elkaar niet raken en draai ze regelmatig om.
Ramanas (zwart)
In het najaar met af en toe lichte vorst in de nacht kun je het gewas afdekken met een dikke laag mulch hiermee kun je de oogstperiode verlengen. Bij strenge en langdurige vorst dien je andere maatregelen te nemen. Verwijder het loof maar laat nog 4 cm aan de knol zitten. Bewaar de rammenas in een bak met vochtig zandbakzand in een vorstvrije kelder, schuur of garage. Ook is het mogelijk de knollen buiten in te kuilen. Bewaren bij een temperatuur van 2-10 graden.
Spruiten
In een normale winter kunnen spruiten buiten blijven staan. Strenge vorst kan de plant niet tegen. Volledig winterharde rassen bestaan nog niet.
Sluitkolen
Zoals rodekool en witte kool haal je met wortel en al uit de grond. Verwijder zoveel mogelijk aarde en hang deze op met de wortels naar boven. Hierdoor heb je minder kans op beurse plekken. Je kunt sluitkolen ook inkuilen. Bewaren bij 2-10 graden.
Savooiekool
Savooiekool kun je zonder wortels donker en koel bewaren in de kelder, schuur of garage voor maximaal twee weken. Leg de kool in een open doos of op karton. In principe zou je ze zonder problemen buiten kunnen bewaren, maar de temperaturen van strenge winters kunnen ze niet aan. Bewaar bij een temperatuur van 2-10 graden.
Snijbiet
Je kunt het gewas begin oktober rooien met kluit en al in een geul zetten die je eerst bekleed met stro, hooi of droge bladeren. De stengels komen nu onder het grondniveau. Bij vorst afdekken met stro, hooi of droge bladeren en afdekken met agro coverdoek. Zo kun je ze nog enkele weken bewaren. Ook kun je de planten met kluit rooien en uitplanten in een onverwarmde kas. Bij vorst afdekken met stro, hooi, droge bladeren of agro coverdoek.
Tomaten
Deze bewaar je het beste op een koele plek bij een temperatuur van 12-15 graden maar liefst niet in de koelkast. Enkele dagen houdbaar.
Uien
Spreid de geoogste uien eerst uit op een droge en goed geventileerde plaats. Leg je uien niet in de felle zon te drogen, hierdoor kunnen de uien barsten. Bewaar ze daarna netje of houten kistje bij 2-4 graden. Liever niet in de koelkast vanwege vocht.
Winterwortel
In het najaar met af en toe lichte vorst in de nacht kun je het gewas afdekken met een dikke laag mulch hiermee kun je de oogstperiode verlengen. Bij strenge en langdurige vorst dien je andere maatregelen te nemen. Winterwortelen kun je koel en vochtig bewaren in een houten kistje met vochtig zandbakzand. Het loof draai of snijd je eraf maar laat nog wel 4 cm. aan de wortel zitten. Winterwortels kun je ook inkuilen. Bewaar bij een temperatuur van 2-10 graden. Bewaar wortelen nooit bij fruit of groenten die veel ethyleen produceren zoals peren, appels, mango's, tomaten, want dan worden ze sneller oud en bitter.
Yacon
In het najaar met af en toe lichte vorst in de nacht kun je het gewas afdekken met een dikke laag mulch hiermee kun je de oogstperiode verlengen. Bij strenge en langdurige vorst dien je andere maatregelen te nemen.
Bewaar zowel de wortel die je kunt eten als de broedknol in een kistje met vochtig zandbakzand of vochtig cocopeat bij een temperatuur van 2-10 graden.
Zoete aardappel
Rooi de knollen wanneer de gemiddelde temperatuur beneden de 10 graden komt. Bewaar de knollen eerst 10 dagen op 22 graden. Daarna kun je ze op een droog, warme plek zetten in een kistje met licht vochtige cocopeat. Bewaar bij een temperatuur van 10-15 graden. Verwijder regelmatig de scheuten.
Het inkuilen van witlof dient niet als bewaarmethode. Witlof is een twee jarig gewas. Geoogste witlof is kort houdbaar. De teelt gebeurt in twee fases.
Koude trek:
In de eerste fase zaai je de zaden ter plaatse in mei om lange, dunne wortels te vormen. De wortels worden gerooid in de tweede helft van oktober november. Je doet dit door de wortels los te steken met een spade of spitvork. Het blad snij je af op 3 cm en je maakt de wortels vanaf de onderkant allemaal op gelijke lengte van ongeveer 25 cm. Dit maakt straks het inkuilen gemakkelijker. laat nu de wortels nog een week drogen bv in de kas of zorg dat ze niet in de regen liggen. Het inkuilen van witlof dient om de wortel in leven te houden en dat deze een witlof krop gaat vormen. De oogst valt dan in maart, april, mei afhankelijk van het weer.
Bij het inkuilen is het belangrijk dat de grond een goede structuur heeft met de juiste verhouding tussen lucht en water. De kuil dien je ieder jaar op een andere plek te maken of op je witlof bed.
Maak de kuil 25 cm diep zodat de bovenkant van de wortels straks op een paar cm. De breedte is afhankelijk van de hoeveelheid wortels die je terug gaat plaatsen b.v 50 cm. tot 1m. breed. Wanneer de kuil is gegraven dan maak je de bodem met een spitvork goed los zodat er voldoende lucht in komt.
Maak een gleuf in de grond door met een schop naar voor en naar achter te wrikken en plaats hier vervolgens de wortels rechtop naast elkaar in de kuil met steeds een afstand van 2 cm en tussen de rijen 15 cm.
Wanneer alle wortels zijn geplaatst dan giet je tussen de rijen een keer water, let hierbij op dat je niet op de koppen van de wortel giet anders bestaat de kans dat deze gaan rotten. Je gebruikt 10-30 l water per m2 meter, afhankelijk van de vochtigheidsgraad van de aarde. Zet nu op alle vier de hoeken een tonkinstok als markering voor kuil. Nu vul je de kuil verder af met luchtige aarde.
Dan graaf je er een greppel van 20 cm. diep omheen. Dit heeft als doel dat deze voor afwatering zorgt en daarnaast kun je deze grond als deklaag gebruiken en je kunt makkelijker zien of er muizengangen zijn.
Maak een deklaag van ongeveer 25 cm. hoog in een vlakke bult en klop licht aan, zodat het water eraf kan lopen maar het zand niet weg spoelt.
Trek onder koud glas:
Zaaien in mei en inkuilen tweede helft oktober - november in een platte bak of serre. De oogst valt dan begin februari afhankelijk van het weer.
Warmte trek zonder dekgrond maar wel in het donker:
Het zaaien en rooien van de wortels is in de zelfde periode. Voor het inkuilen gebruik je diepe bakken of emmers die je in het donker zet in een kelder of garage waar het warmer is dan buiten. Je kunt nu na 4-5 weken al oogsten.
Bij het aankopen van witlofzaden is de raskeuze belangrijk. Je hebt zaden die geschikt zijn voor het inkuilen met dekgrond, zonder dekgrond en zaden die voor beide geschikt zijn.
Fruit en groenten kun je beter afzonderlijk bewaren. Over het algemeen geldt dat de meeste vruchten ethyleengas afgeven en dat de meeste groenten hier erg gevoelig voor zijn. Je kunt wel een paar groene appels bij aardappelen leggen zodat deze minder snel gaan schieten.
Ethyleen is een plantenhormoon dat voor de rijping van fruit zorgt en plantencellen afbreekt.
Appels en peren bewaar je in houten kisten met wat stro zodat er geen drukplekken ontstaan. Zorg ervoor dat tijdens de opslag de vruchten elkaar niet raken. Ook de bewaartemperatuur is hierbij van belang en dient voor fruit zoals appels en peren 2° tot 6°C te zijn met een luchtvochtigheid van ongeveer 80%. Bewaar alleen gave exemplaren en controleer regelmatig. Bewaar alleen gave exemplaren en controleer regelmatig.
Kruiden en bloemen kun je binnen in huis aan de lucht laten drogen. Wanneer je deze op een bosje bindt met een stukje touw zorg er dan voor dat er genoeg lucht tussen zit anders heb je kans op schimmelvorming. Het bosje kun je aan dan ophangen. Of schud de kruiden en bloemen goed uit en spreid uit op een wit laken om te drogen.
Voorbeelden hiervan zijn: Munt, citroenmelisse, tijm, rozemarijn, lavendel, rozen, goudsbloem.