N = Stikstof: groei van blad en stengels
P = Fosfor: energie, transport, wortelontwikkeling, knolvorming, zaadvorming
K = Kalium: stevigheid, knolvorming, wortelvorming, weerstand
Mg = Magnesium: bladgroen, ziektegevoeligheid
Sporenelementen
B = Borium: waterhuishouding in de cellen en transport
Ca = Calcium: opname van voedingsstoffen en chemische verbindingen in planten
CU = Koper: huidmondjes, activering enzymen
FE = IJzer: bladgroen, eiwitten en koolhydraten
MN = Mangaan: celdeling, stofwisseling
MO = Molybdeen: opneembaarheid voeding
S =. Zwavel: Absoluut noodzakelijk bij de aanmaak van chlorofyl
SI = Silicium: bouwsteen voor de cel wanden
ZN = Zink: vorming groeistoffen
Werking sporen elementen
Een sporenelement (een andere benaming is spoorelement), is een element dat in de voeding van een organisme aanwezig moet zijn voor een goede groei en functie, maar dat slechts in zeer kleine hoeveelheden nodig is (microgrammen tot milligrammen). Grote hoeveelheden kunnen zelfs toxisch zijn. De sporenelementen dienen voor weerstand en ziektewerend vermogen, optimalisatie van de stofwisseling in de plant en het hormonen transport door de plant.