Compost uit eigen bak,vat of hoop
Compost is is het eindproduct van het op natuurlijke wijze afbreken van planten-, groenten-, fruitresten, bloemen, eierschalen, koffieprut, theeblaadjes, grasmaaisel, snoeihout en bladeren, (Zie bij wat mag wel of niet in de compostbak.) welke in een zuurstof rijke omgeving door micro-organismen worden afgebroken tot een donkerbruin tot zwart, kruimelige bijna humusrijke grond welke bruikbaar is als bodemverbeteraar voor je tuin. Compost is dus nog geen humus. Het wordt pas humus, wanneer compost op de bodem wordt uitgespreid en door het bodemleven verder wordt afgebroken.
Naast de samenstelling van het basismateriaal in de juiste verhouding tussen koolstof en stikstof is de temperatuur, de vochtigheid, zuurstof en de aanwezigheid van de benodigde organismen belangrijk voor het composteringsproces. Afhankelijk of de resten vrij zijn van o.a pesticiden is de compost wel of niet geschikt voor de biologische teelt.
Groencompost is het eindproduct van compostering van uitsluitend groen- en bladafval uit tuinen, parken en plantsoenen, bermgras en slootmaaisel en snoeihout. Deze bodemverbeteraar is universeel toepasbaar Groencompost van, van Iersel uit Biezenmortel is toegestaan in de biologische landbouw.
Gft-compost is het eindproduct van de compostering van groente-, fruit- en tuinafval, snijbloemen, gekookte etensresten, rijst, pasta, jus resten, brood en etenswaren die over de datum zijn zonder verpakking. GFT compost is niet geschikt voor de biologische teler.
Wormencompost is het eindproduct (wormenpoep) van organisch materiaal wat door wormen is verteerd, wormencompost wordt ook wel wormenmest of vermicompost genoemd maar het is allemaal hetzelfde. (Zie bij de subgroep onder composteren bij wormencompost voor meer informatie.)
Champost
Champost of champignonmest bevat niet alleen plantaardige stoffen maar ook paardenmest die samen met stro, kalk en kippenmest gecomposteerd wordt. De compost is het restproduct dat na de oogst van champignons wordt verkocht als champost.
De champignonmest is een zeer basische stof door de menging met kalk. Deze mest is dan ook te vermijden op gronden waar de pH reeds redelijk hoog is. Champost is een bodemverbeteraar en heeft een hoog organisch stofgehalte.
Stalmest Jonge mest: Half verteerd met nog herkenbare delen, compostwormen en mestgeur. Dient om te mulchen. Het gaat om oppervlakte compostering.
Rijpe mest: Ruikt naar bosgrond, is kruimelig en egaal, is een voedende meststof.
Meerjarige stalmest: Heeft een structuur van potgrond en is een prima bodemverbeteraar en ook te gebruiken als potgrond.
Mestcompost is het eindproduct van een volledige compostering van stalmest (dierlijke bemesting) en plantaardige resten. Deze rijpe mest is kant en klaar voor gebruik in zit in zakken van 40 l. De mestcompost van Bio Kultura is geschikt voor de biologische teelt. (Zie voor een uitgebreide beschrijving over mestcompost bij Item meststoffen.)
Compoststarters / Compostverbeteraar
Composteren is een natuurlijk proces dat vanzelf start. Schimmels, bacteriën, wormen en andere bodemorganismen doen dan al het werk voor je. Een versneller of starter kopen en toevoegen is niet nodig en zonde van het geld. Echter wanneer je met bak 1 opnieuw start kun je wel uit je bak 2 een emmer van de half verteerde compost erbij gooien, hierin zitten de bovengenoemde compostmakers al in en dit kan dan als versneller dienen. Maar noodzakelijk is het niet.
Compostpercolaat
Compostpercolaat is het vocht wat uit compost komt.
Compostextract
Compostextract is het bereiden van compostthee zonder zuurstof. Het extract wordt bereid bij 15-25 graden, door de compost minstens 1week en maximaal 2 weken in koud water te laten weken.
Het eindresultaat van een compostextract is een zuurstofarm aftreksel met weinig microbiële diversiteit en een klein beetje zuurstof activiteit aan het oppervlak. Hierdoor zal de werking gering zijn. Er kan zelfs sprake zijn van zuurstofarme ziekteverwerkers en alcoholen en wordt derhalve afgeraden. Het gebruik van compostthee welke wel zuurstofrijk is een beter alternatief mits deze op de juiste wijze tot stand is gekomen. (Zie hiervoor bij de subgroep onder Composteren bij Actief beluchtte compostthee.)
Mestthee wordt gemaakt door dierlijke mest van paarden, runderen, geiten of kippen in een zak een aantal weken in water te weken. Daarna de zak verwijderen en het water zeven. Wat overblijft is een zuurstofarme mestthee. Mest gebruiken in zuurstofarme omstandigheden is vragen om ziekteverwekkers zoals de E. Coli bacterie. Het gebruik hiervan wordt om gezondheidsredenen afgeraden.
Actief beluchtte compostthee
Actief beluchtte compostthee (ABC thee) wordt gemaakt van goed verteerde compost (geen mest) of wormencompost, die niet stinkt of oververhit is geweest. Hierbij voeg je wat extra voedingsstoffen toe en chloorvrij water. Hier wordt door middel van een pomp zuurstof aan toegevoegd. (Zie hiervoor bij de subgroep onder Composteren bij Actief beluchtte compostthee.)
Bokashi
Bij de Bokashi-methode is er geen sprake van composteren, maar van fermenteren (gisten) en het resulterende materiaal moet nog steeds worden afgebroken. Het kan worden gebruikt als grondstof voor compost. Het woord ‘Bokashi’ komt uit het Japans en betekent “Goed gefermenteerd organisch materiaal.” (Zie bij de subgroep onder composteren bij Bokashi)
“Voedt de aarde, dan zal de aarde de planten voeden" is een veel gebruikte term bij het ecologisch tuinieren.
De levende plant neemt koolstof op uit de lucht via fotosynthese. Deze koolstof wordt gebruikt voor de opbouw van de plant. Wanneer de plant afsterft en verteert in de compostbak komt deze koolstof vrij, dit is de basis van het hoge organische stof gehalte in compost. Planten nemen daarnaast ook voedingsstoffen op uit de bodem zoals: fosfor, kalk, kalium, stikstof en sporenelementen mits deze aanwezig zijn in de bodem.
Compost zit ook vol met nuttig leven uit het bodemvoedselweb. Deze organismen verwerken en verteren de organische materialen en scheiden ook weer afvalresten uit, zij zijn verantwoordelijk voor het omzetten van organisch materiaal naar compost. Tijdens het composteren zetten bacteriën en schimmels het afval om in voeding voor diverse organismen. De energie die bij bij het verteringsproces vrijkomt wordt omgezet in warmte. De temperatuur in de composthoop loopt op tot 60°C, waardoor ziektekiemen en ook onkruidzaden dood gaan.
Zelf composteren is ook goed voor het milieu mits u het op de juiste manier doet. U bespaart energie omdat dit afval niet hoeft te worden vervoerd en bewerkt.
Eigenschappen van compost
Het composteringsproces is een natuurlijk afbraakproces waarbij verschillende bodemorganisme en micro- organismen betrokken zijn. Welke organismen wanneer actief zijn, hangt af van de temperatuur op dat ogenblik en met de beschikbare voedingsstoffen.
Deze organismen zijn al aanwezig op afvalresten, onzichtbaar met het blote oog. Ook komen ze uit de grond in de omgeving van de compostbak of uit de lucht. Insecten, spinachtigen en kreeftachtigen, kevers en wormen spelen allen een rol bij het composteringsproces. De neushoornkever is een van de grootste kevers en een graag geziene gast in de compostbak. De neushoornkevers en de larven leven alleen in de compostbak, in rottende planten of in zaagmeel en houtsnippers en kunnen geen kwaad. Laat ze lekker hun werk doen.
Het composteringsproces bestaat uit vier fases:
Fase 1: Mesofiele fasen
In de eerste fase van het composteringsproces zorgen mesofiele bacteriën en schimmels voor de opwarming van de compostbak-hoop. Alle organismen die betrokken zijn bij het composteringsproces hebben voor hun groei en ontwikkeling naast koolstof uit organisch afval ook zuurstof en vocht nodig maar ook voedingsstoffen zoals stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) en bepaalde spoorelementen. Na verbruik scheiden de organismen koolstofdioxide (CO2) af dat in de lucht verdwijnt. Al deze stofwisselingsactiviteiten veroorzaken warmte waardoor de temperatuur in de compostbak-hoop oploopt tot 40 graden.
Fase 2: Thermofiele fasen
De tweede fasen is de thermofiele fase van het composteringsproces.In deze fase worden complexe koolhydraten volledig afgebroken en ook sommige eiwitten. Thermofiele bacteriën spelen hierin de hoofdrol er zijn weinig andere productieve organismen actief bij deze temperatuur van 40 tot 60 graden. Boven de 60 graden zijn alleen sporenvormende bacteriën zoals antibiotica producerende actinomyceten nog actief. Boven de 70 graden is er geen microbiële activiteit meer. Er treedt dan veel verlies van stikstof in de vorm van ammoniak op. Een hoge hitte zorgt voor verbranding en verschroeiing en het resultaat is regelrechte CO2 vervuiling en resulteert zeker niet in goede kwalitatieve compost. Een te hoge temperatuur moet dus vermeden worden. Mocht de temperatuur toch te hoog worden dan kun je de compostbak of hoop "keren” door de buitenste materialen naar de binnenkant te verplaatsen en materiaal van de binnenkant naar de buitenkant. Blijft de temperatuur dan nog te hoog voeg dan water en bruinmateriaal toe.
Naast temperatuur is zuurstof, water en lucht dus belangrijk bij het composteringsproces. Zuurstof wordt verbruikt en water verdampt en de massa wordt compacter, de pH waarde van de massa zal nu dalen, waardoor de omgeving niet meer optimaal is voor de micro-organismen en hun afbrekende werking zal vertragen en kan zelfs helemaal stil vallen. Door de massa om te "keren" en indien nodig van water te voorzien optimaliseer je de omgeving opnieuw voor de micro-organismen. De temperatuur zal opnieuw stijgen en de afbraak zal weer toenemen.
De massa mag niet te nat of te droog worden. Een vochtgehalte van 45-50% is noodzakelijk. Af en toe een beetje water is prima, maar bij te veel regen spoelen de voedingsstoffen uit, of kan een tekort aan zuurstof ontstaan in de massa.
Vochtgehalte controleren
Fase 3: Rijpingsfase
De derde fase is de rijpingsfase. In deze fase zal de temperatuur van de massa weer gaan dalen. Vanaf de koelere buitenkant zullen de hiervoor genoemde micro-organismen in omgekeerde volgorde de massa weer gaan bevolken. De thermofiele organismen zullen verdwijnen en de mesofiele organismen komen weer terug. Als de massa genoeg afgekoeld is, kunnen ook andere bodemorganismen de compostbak binnendringen, zoals mieren, slakken, mijten pissebedden en kevers, wormen en insecten. In de rijpingsfase bruist het van leven.
De Ph stabiliseert en zal in deze fase rond de 6.8 tot 7.2 zijn. In rijpingsfase kunt u de massa 2 á 3 maal keren. Omdat het materiaal steeds fijner wordt zakt de massa in en neemt het volume af. Van de hoeveelheid materiaal waarmee u bent begonnen zal er op het laatst nog 50 tot 60% overblijven.
De rijpingsfase neemt afhankelijk van het proces enkele weken tot 3 maanden in beslag. Het is van belang om te weten in welk stadia de rijping van de compost zich bevindt omdat bacteriën en schimmels, die in de rijpingsfase in de compostbak of hoop aanwezig zijn voor een ziektewerend vermogen van de compost zorgen. Is de compost nog te jong dan zitten er nog niet genoeg micro-organismen in. Is de compost te oud, dan zijn er door gebrek aan voedsel niet zo veel micro-organismen meer actief. Goede compost ruikt goed en heeft geen nare geur. Wanneer de compost stinkt naar verrotting of zuur ruikt dan kun je de compost beter niet gebruiken.
Fase 4: Nabewerking
De vierde en laatste fase is de nabewerking. Het zeven van de compost. De niet-bruikbare delen die nog niet helemaal gecomposteerd zijn gaan terug in de compostbak. Dit materiaal dat reeds geënt is met actieve organismen kan dan dienst doen als compoststarter voor in een nieuw te starten bak, hoop of vat.
Geur
Goede compost stinkt niet maar ruikt neutraal of heeft een boslucht geur.
De elementen Koolstof (C) en Stikstof (N) dienen in evenwicht te zijn tussen de 25- 30 eenheden koolstof tegen 1 eenheid stikstof in het begin van het composteringsproces. Met de juiste verhouding zal het composteringsproces snel verlopen en zal de ontbinding volledig zijn. Hoe meer de C/N verhouding afwijkt van het ideale uitgangspunt, hoe trager het composteringsproces verloopt en zelfs kan stil vallen.
Basisregels
Groen en bruin materialen
Bruine stugge organische materialen zoals gevallen bladeren, houtsnippers, takken en stro breken langzamer af en zorgen voor structuur een goede luchtdoorstroming. Deze bevatten koolstofbronnen om nuttige schimmels te voeden. Verse groene materialen zijn gemakkelijk verteerbare keukenresten (geen gekookte etensresten), grasmaaisels en plantenresten die veel vocht bevatten en rijk zijn aan voedingselementen. Dit zijn goede stikstofbronnen om bacteriën te voeden. Niet al het organisch materiaal bevat nl. de ideale C/N verhouding. Verklein, haksel of knip je ingrediënten: dan verteren ze beter.
Een ervaren compostmaker kan door het kiezen van de juiste materialen een eindproduct bewerkstelligen dat of schimmel-dominant is of bacterie-dominant is of juist uitgebalanceerd is. Door meer bruinmaterialen toe te voegen ontstaat er een schimmel-dominantie en door meer groen materiaal toe te voegen ontstaat er een bacterie-dominantie. Zowel bij een bacterie- als schimmel-dominantie dien je nog steeds zowel groen als bruin materiaal te gebruiken maar dan dus in een andere verhouding. Schimmel-dominante compost pas je toe bij wijnranken, struiken, bomen en bij de meeste meerjarigen. Bacterie-dominante compost pas je toe op het gazon, bloembedden en in de groentetuin.
Materiaal |
% Water |
% C | % N | C/N | |
---|---|---|---|---|---|
Bruin materiaal | Zaagsel | 10 | 40 | 0,1 | 400 |
Vers snoeihout | 60 | 15 | 0,1-0,3 | 50-150 | |
Stro | 15 | 40 | 0,5 | 80 | |
Boomschors | 15 | 40 | 0,5 | 80 | |
Bladeren | 15 | 40 | 1 | 40 | |
Materiaal met C en N goede verhouding |
Paardenmest | 70 | 15 | 0,5 | 30 |
Strorijke stalmest | 70 | 12,5 | 0,5 | 25 | |
Schapenmest | 70 | 16 | 0,5 | 20 | |
Hooi | 20 | 40 | 2 | 20 | |
Groen materiaal met relatief veel N | Compost | 40-60 | 5-10 | 0,5 | 10-20 |
Gras, gazon | 84 | 7 | 0,4 | 17 | |
Stroarme stalmest | 80 | 7,5 | 0,5 | 15 | |
Vers tuinafval | 88 | 5 | 0,35 | 10-15 | |
Droog tuinafval | 13 | 40 | 3 | 10-15 | |
Varkensmest | 80 | 8 | 0,7 | 12 | |
Kippenmest | 55 | 15 | 1,5 | 10 | |
Humus | - | 58 | 5 | 12 | |
Bloedmeel | 5 | 35 | 15 | 2 | |
Gier | 98 | 0,5 | 0,5 |
1 |
Tabel overgenomen uit handboek Ecologisch tuinieren Velt
De sleutel tot een goede composthoop bestaat uit diversiteit.
Makkelijk verteerde bladsoorten Langzaam verteerde bladsoorten
linde Eik
Wilg Beuk
Populier Kastanje
Berk Esdoorn
Hazelaar
Smeerwortel
Gekookte etensresten, jus, vet en plantaardige olie trekken muizen en ratten aan. Brood gaat schimmelen. Deze schimmels remmen het composteringsproces.
Schillen van niet-biologische aardappelen en niet-biologische citrusvruchten en snijbloemen uit de winkel bevatten vaak kiemremmers of bestrijdingsmiddelen. Deze middelen kunnen schadelijk zijn voor organismen in de compostbak, vat of hoop en zo het composteringsproces belemmeren.
Leeg de kattenbak niet op de compostbak, vat of hoop omdat de korrels niet composteren bovendien kan de ontlasting van katten gevaarlijke ziekteverwekkers bevatten (toxoplasmose). Gooi ook geen uitwerpselen van honden op de compostbak, vat of hoop.
De uitwerpselen en urine van planteneters zoals van een cavia of konijn mag samen met zaagsel en stro wel op de compostbak, vat of hoop.
Het gebruik van menselijke uitwerpselen en urine op de compostbak, vat of hoop wordt afgeraden omdat er dan sprake is van een korte kringloop. Er kunnen ziekteverwekkers aanwezig zijn zoals bacteriën, virussen en parasitaire wormen die het hete composteringsproces kunnen overleven. Daarnaast kunnen deze afvalstoffen ook antibiotica en andere medicijnresten bevatten. Bij een onjuiste verwerking kan dit aanzienlijke gezondheidsrisico's opleveren. Wanneer men deze afvalstoffen zou willen gebruiken dan dien je deze minimaal 1 jaar te bewaren daarna kun je deze wel gebruiken. Dit telt ook voor een composttoilet.
Kunstmest, pesticiden, herbiciden, acaricide en fungiciden horen niet in de compostbak thuis. Hierdoor sterven nuttige organismen die de compost omzetten en het composteringsproces zal stil vallen.
Kalk
Het toevoegen van kalk is overbodig en ongewenst. Indien nodig kunt u deze toepassen in uw tuin om de zuurgraad te verhogen. (Zie in de paarse balk bij Ecologisch tuinieren-bodem-pH meten)
Er wordt plastic op basis van PLA (polymelkzuur) verkocht als composteerbaar plastic, dat beter voor het milieu zou zijn en zou bijdragen aan vermindering van de CO2-uitstoot, omdat er geen fossiele grondstoffen worden gebruikt. Naast de toepassing als verpakking van bijvoorbeeld voedingswaren, worden er onder andere ook plastic potjes voor plantjes in de tuin geproduceerd op basis van PLA. In november 2019 oordeelde een rechter echter, dat het misleidend en onrechtmatig is om plantenpotten van PLA te verkopen met de bewering dat deze in de grond niets achter laten en 100% biologisch afbreekbaar zijn.
Composteerbaar plastic blijkt zowel in de natuur als in de composthoop niet of nauwelijks af te breken. Ook in de gangbare composteringsinstallaties waar ons GFT-afval wordt verwerkt breekt het niet af en wordt daarom uit het gft gezeefd en gewoon verbrand. Ook komt het in de plastic soep terecht.
PLA kan uit grondstoffen zoals suikerriet of maïs worden geproduceerd en verbruikt dan minder fossiele brandstoffen dan gangbare plastics. Het legt dan echter beslag op landbouwgrond die voor de productie van voedsel gebruikt kan worden. Bron: Wikipedia composteerbaar Plasic
Wil je starten met composteren dan kun je uit drie verschillende systemen kiezen om compost te maken. Je kunt kiezen voor een open compostbak, een gesloten compostvat of een composthoop. Welke vorm je kiest is afhankelijk van de ruimte die je hebt, de hoeveelheid materiaal wat je kunt verwerken en waar je voorkeur naar uit gaat.
Open Compostbak
Koop of timmer een compostbak met houten planken. Indien je plaats hebt dan zijn 4 bakken tegen elkaar aan ideaal zodat compostorganismen vrij van de ene bak naar de andere bak kunnen migreren. De maat per bak is 1m3. Zorg dat je de voorzijde van de compostbakken eenvoudig kunt verwijderen zodat je de compost makkelijk kunt omzetten (Hiermee wordt bedoelt het verleggen van het composterende materiaal naar de volgende bak zodat het weer luchtig opgestapeld kan worden en het materiaal gemengd is) en makkelijk kunt oogsten. Maak de ruimte tussen de planken niet breder dan 1 à 2 cm. voor een goede verluchting. Maak de planken breed genoeg. Om overlast van ratten te voorkomen kun je eerst fijn gaas op de bodem aanbrengen en bij alle luchtopeningen zodat deze ook ontoegankelijk zijn. Aan de bovenkant kun je een rek met fijn gaas maken zodat je de bak makkelijk open en dicht kunt doen en er toch licht, lucht en water bij kan maar de ratten er niet in kunnen. Vaak zijn ratten zo slim dat ze toch nog een opening vinden.
Standplaats
Kies indien mogelijk een schaduwrijke plek. De compostbak dient in contact te staan met de aarde, dus maak er geen dichte vloer in.
In Nederland valt relatief weinig neerslag dus de compostbak afdekken is niet nodig. Vocht en lucht zijn een belangrijk onderdeel bij het composteringsproces. Te droge compost gaat rotten en stinken.
Het vullen van de compostbakken gaat als volgt:
Leg op de bodem van bak 1, een 20 cm dikke bodemlaag van versnipperd of niet te grof snoeihout.
Vul bak 1 voor de helft met groen materiaal en bak 2 voor ¾ met bruin materiaal.
Schep de inhoud van bak 1 en 2 door elkaar in bak 3 waar het materiaal verder kan composteren. (bak1 en 2 kun je weer opnieuw gaan vullen).
Wanneer het composteringsproces is voltooit schep je alles over in bak 4 voor de na rijpfase.
Wanneer je geen ruimte hebt voor 4 bakken maar wel voor twee bakken dan vul je bak 1 met zowel groen als bruin materiaal. Vermijd pure lagen groen of bruin materiaal. Wanneer de bak vol is schep je alles over in bak 2 waar het composteringsproces verder kan gaan. Bak 1 kun je dan weer opnieuw gaan vullen.
Na zes tot negen maanden, afhankelijk van het materiaal, is al het organische materiaal omgezet in compost. De compost is gebruiksklaar als deze aanvoelt als droge tuinaarde en ruikt naar verse bosgrond. Wanneer er nog onverteerde resten zijn, haal je deze er tussen uit, en gaan deze terug in de compostbak voor een volgende ronde. Wanneer de compost erg grof is kun je deze voor gebruik eerst nog zeven.
Composthoop
Tegen de uitdroging en de overmatige neerslag kan men de hoop afdekken met bladeren. Deze hoop word opgestart door een laag grof verhakseld snoeihout, stengels,dunnere takken en twijgen op de grond aan te brengen. Hierop breng je een laag gras, tuinafval, keukenafval (geen gekookte resten) bovenop die laag breng je terug een laag aan van grof verhakseld snoeihout, stro of hooi aan. Het stro en het hooi dien je eerst goed nat te maken. Vervolgens breng je opnieuw een laag groenafval aan deze verspreid je over de hele hoop, daarna meng je dit met bruin materiaal. Ga zo verder tot de hoop je een ongeveer1,5m. hoog is.
Na ongeveer drie maanden moet je de hoop keren of omzetten met als doel om alle materialen door elkaar te mengen. Na ongeveer zes tot negen maanden is de hoop klaar voor gebruik. Men ruikt dan verse bosgrond en de kleur is zwart tot bruin. Een goede aangelegde composthoop verspreidt weinig of geen geur.
Standplaats
Een composthoop is geschikt voor het verwerken van zeer veel tuinafval, gras en snoeihout.
Men legt de hoop het beste in een schaduw van een boom, beschut tegen de hevige winden. Zorg ook voor een niet te natte plek, deze hoop blijft immers in de winter gewoon liggen.Een composthoop is geschikt voor het verwerken van zeer veel tuinafval, gras en snoeihout.
Men legt de hoop het beste in een schaduw van een boom, beschut tegen de hevige winden. Zorg ook voor een niet te natte plek, deze hoop blijft immers in de winter gewoon liggen.
Compostvat
Compostvaten zijn er in diverse maten en kleuren. Bij een goed compostvat wordt een beluchtingsstok meegeleverd. Deze gebruik je om de luchtcirculatie te verbeteren. Steek hem 1 à 2 keer per week zo diep mogelijk recht naar beneden in de compost, draai hem een kwartslag en trek hem er weer uit. Herhaal dit op verschillende plaatsen. Tevens breng je hierdoor ook de nuttige organismen uit de diepere lagen naar de bovenste verse lagen waar zij weer hun werk kunnen doen.
Het vullen van een compostvat
Leg onderaan in je compostvat een laag van 15 cm luchtig bruin materiaal zoals stro en bladeren.
Vul nu het vat met vers groenmateriaal en meng steeds met bruin materiaal.
Zorg ervoor dat je compost niet te nat wordt, vers groen materiaal bevat veel vocht. Het is belangrijk om extra droog bruin materiaal op voorraad te hebben om te mengen met je groenmateriaal. Je gebruikt dus meer bruinmateriaal dan groenmateriaal.
Wanneer je compostvat goed zijn werk doet dan kun je het vat steeds bij blijven vullen.
Onderaan kan je van tijd tot tijd rijpe compost oogsten.
Er gebeurt niets
Geur
Goede compost stinkt niet maar ruikt neutraal of heeft een boslucht geur.
Sterke lucht van Ammoniak
Lucht van rotte eieren
Verkeerde schimmels, mieren en pissebedden binnen in de compostbak
Kleur
Een goede compost heeft een donker bruine tot bijna zwarte kleur.
Compost is een zeer geschikte basisbemesting voor de moestuin. Compost wordt op de bodem aangebracht (niet inspitten zoals vroeger vaak werd geadviseerd) of licht in geharkt in de bovenste laag van de tuingrond.
Door compost aan te brengen kun je organismen zoals microben, nematoden, protozoa, micro-geleedpotigen en wormen die zich in de compost bevinden toevoegen aan de bodem en hiermee het bodemvoedselweb onderhouden.
De meeste voedingsstoffen uit compost komen langzaam vrij, waardoor compost een langdurende werking heeft. Door het gebruik van compost houdt de grond beter vocht vast, is het bodemleven actief en werken meststoffen beter en langer. Grond die jaren met goede compost is gevoed geeft de planten een veel regelmatigere groei en doordat de planten zich natuurlijker kunnen ontwikkelen hebben ze een betere weerstand tegen ziektes en plagen.
Een basisbemesting pas je 1 maal per jaar toe ergens tussen november en maart. Hiermee breng je het organisch stofgehalte, mineralen en sporenelementen op peil. Met een basisbemesting zorg je ook voor een verbetering van het noodzakelijke bodemleven, waterhuishouding en de bodemstructuur. Het is daarbij van belang om te weten op welke soort grond je tuiniert zodat je hier je bemestingsplan op kunt afstemmen.
Voor een basisbemesting van zandgrond kun je uit diverse opties kiezen. Gebruik een van de onderstaande opties.
Optie 1
Gebruik groencompost of compost uit eigen bak/vat of een combinatie hiervan en Lavameel. Dit kan over heel de tuin gebruikt worden.
Hoeveelheid: compost: 1/2 m3 per 100 m2 dit zijn ongeveer 7 kruiwagens.
Hoeveelheid lavameel: 20 kg per 100 m2.
Hoe: strooi eerst de lavameel en breng daar de compost bovenop aan, niet onderwerken. Laat de natuur zijn gang gaan.
Optie 2
Paardenmest (goed verteerd) en Lavameel
De paardenmest moet goed verteerd zijn. Dit kan over heel de tuin gebruikt worden.
Hoeveelheid: paardenmest: 1/2 m3 per 100 m2 dit zijn ongeveer 7 kruiwagens.
Hoeveelheid lavameel: 20 kg per 100 m2.
Hoe: strooi eerst de lavameel en breng daar de compost bovenop aan, niet onderwerken. Laat de natuur zijn gang gaan.
Optie 3
Mestcompost Bio Kultura en Lavameel
Bij gebruik van mestcompost van Bio Kultura als basisbemesting dien je goed je teeltschema in kaart te hebben gebracht. Je brengt geen mestcompost aan waar het gewas wortel/ knol, peul en aardbei komt te staan. (knolselderij mag wel)
Hoeveelheid mestcompost: 20 zakken van 40 l voor 100 m2.
Hoeveelheid lavameel: 20 kg per 100 m2.
Hoe: strooi eerst de lavameel tussen november - maart. De mestcompost kun je in februari - begin maart er bovenop aanbrengen, niet onderwerken. Laat de natuur zijn gang gaan.
Of: breng de mestcompost pas na aanplant aan rondom de plant, zorg dat de mestcompost niet tegen de stam van het plantje komt en niet onderwerken. Bij gebruik van mestcompost geen voedingskorrels meer gebruiken.
Wat als u nog geen basisbemesting heeft toegepast.
Gebruik dan bij aanplant compost uit eigen bak of mestcompost. Echter heeft de de jaarlijkse basisbemesting tussen november en maart de voorkeur. (Zie bemestingsplan) gebruik ook lavameel om mineralen en sporenelementen toe te voegen.
Hoeveelheden per m2 bij zandgrond.
Een nieuwe moestuin is een tuin wat nog nooit een moestuin is geweest en waar dus geen bemesting heeft plaats gevonden. Een nieuwe moestuin heeft 3 jaar nodig om op het gewenste niveau te komen.
Gewas Nieuwe Moestuin Oude moestuin
Wat als je helemaal geen basisbemesting wilt toepassen
Wanneer je geen basisbemesting toepast is het in ieder geval wel raadzaam om de Lavameel en de kalium gift toe te passen en een voedingskorrel zoals Innogreen Eco groei 8-3-8-2MgO of de voedingskorrel Monterra malt 4,5-2,5-8 gebruiken. De geadviseerde hoeveelheid dien je dan met 1,5 te vermenigvuldigen. Het mag duidelijk zijn dat wanneer je geen basisbemesting toepast dit geen optimale omstandigheden zijn voor de bodemvruchtbaarheid en de bodem uitgeput raakt, het bodemleven steeds minder aanwezig zal zijn. Dit betekent dat de gewassen steeds minder goed zullen gaan groeien en het voedsel minder voedingsstoffen zal gaan bevatten.
Een voedingskorrel zoals Innogreen Eco groei 8-3-8-2MgO of de plantaardige voedingskorrel Monterra malt 4,5-2,2-8 pas je toe naast de basisbemesting, maar niet bij alle gewasgroepen.
Bij welke gewassen
Kool, blad, vrucht, aardbei en bij knolselderij (dit is het enige knolgewas) Bij aardappel alleen bij een vroeg ras. Bij de overige gewassen zoals wortel, knol en peulgewassen gebruik je geen voedingskorrel.
Wanneer en welke hoeveelheid
De periode wanneer je de voedingskorrel toepast is afhankelijk van het gewas. Kijk hiervoor bij de teeltbeschrijvingen op onze website. De hoeveelheid Innogreen Eco groei of Monterra malt die je gebruikt is gelijk en is afhankelijk van het gewas en de teeltrondes per seizoen. Algemeen wordt door de fabrikant 2x per jaar 10 kg per 100 m2 geadviseerd. Voor een specifiek bemestingsadvies kijk dan bij de teeltbeschrijving op onze website bij de gewassen.
Een voedingskorrel gebruik je nooit in combinatie met mestcompost van Bio Kultura.
Op zandgrond pas je kalium toe bij wortel/knol, peul gewassen en aardappel toe.
Kalium is beschikbaar in twee verschillende soorten waarvan de voedingswaarde gelijk is aan elkaar maar toch op een andere manier werken.
Vinassekali:
Langzaamwerkend omdat schimmels de kalium eerst moet verteren
Geef in 1 gift
Periode: Direct bij zaaien of uitplanten
De hoeveelheid is afhankelijk van het gewas (zie bij de teeltbeschrijving van het gewas)
Patentkali
Snelwerkend en bevat magnesium de voedingsstoffen zijn opgelost in zouten.
Geef in 2 giften om zoutschade te voorkomen.
Periode en hoeveelheid is afhankelijk van het gewas. (zie bij de teeltbeschrijving van het gewas)
Wanneer men jaarlijks een basisbemesting toepast waar lavameel deel van uitmaakt dan zal in de meeste gevallen het gebruik van kalk niet meer noodzakelijk zijn. Echter is dit afhankelijk van meerdere factoren zoals:
Kijk voor meer uitleg in de paarse balk bij items:
Bodemsoorten.
pH meten.
Meststoffen.
Hulpstoffen.