Smalle Weegbree

Smalle weegbree - Plantago lanceolata

Smalle weegbree heeft smalle tot lancetvormige bladeren en lijken daardoor niet op de bladeren van Grote en Ruige weegbree. Ze bloeien met aren waaruit vooral de naar buiten stekende witte helmknoppen opvallen. De kleine bloemetjes hebben witte tot doorzichtige  kroonslipjes met een bruine streep. De bloeiperiode valt in Mei, juni, juli, augustus en september. Deze vergroeide bloemkroon valt nauwelijks op. 

Het is een heel algemene voorkomende soort, je vindt haar op paden en in bermen van wegen op open grazige, vochtige en zeer voedselrijke bodems.

Smalle weegbree is een overblijvende soort.

Weegbree is meestal in de buurt van brandnetels te vinden. Het blad van de Smalle weegbree wordt gebruikt tegen huidaandoeningen en bij voorbeeld jeuk die door het aanraken met brandnetels is ontstaan.

 

 

Grote weegbree - Plantago major s. major

Grote weegbree, of Plantago major is een van de meest voorkomende soorten.  Overal waar gelopen wordt tref je de soort aan. Het is een echte tredplant, dat betekent dat het een plantensoort is die je aantreft op plaatsen waar veel gelopen wordt, tussen stoeptegels, op parkeerplaatsen en  in de goot van straten. Maar ook in bermen en grasland is deze te vinden. 

De rand van de bladeren is vrijwel gaaf en staan in een wortelrozet. De nerven lopen door tot in de bladsteel. In het midden van de rozet ontwikkelt zich een stengel met een aar. In deze aar staan veel kleine bloemen heel dicht op elkaar. Tijdens de bloei, die van beneden naar boven plaatsvindt, zie je eerst grijze stempels uit de bloemen te voorschijn komen en naderhand witte meeldraden, met helmknoppen, die ver naar buiten steken. De doosvruchten zie je nog heel lang aan in de aar staan en bevat meestal zo'n 8 - 10 zaden. Grote Weegbree is tweejarig.

Het blad van Grote weegbree is een bij uitstek geschikt middel dat tegen jeuk, van Brandnetels, gebruikt kan worden.

 

 

Ruige weegbree - Plantago media

Ruige Weegbree is wat zeldzamer dan de Smalle- en Grote Weegbree soorten. De plant komt voor op kalkhoudende bodems in het grasland. De  plant lijkt wat uiterlijk betreft op de Grote weegbree, maar de bladeren en de bloeistengel zijn sterk behaard en staan allemaal in een wortelrozet bij elkaar en zijn elliptisch tot eirond en soms wat smaller. De rand van de bladeren is vrijwel gaaf en de nerven zetten zich voort in de korte steel van elk blad.

De bloeiperiode valt in mei en juni. De bloem heeft opvallende kleine lila bloemen in de aar. De bloemen van Ruige weegbree ruiken naar vanille en trekken vele insecten aan zoals hommels, bijen, kevers en zweefvliegen, maar de normale bevruchting geschiedt door de verspreiding van pollen door de wind, net als bij de andere Weegbree soorten. Met name de ver naar buiten stekende meeldraden met helmknoppen bepalen het aanzien van de bloeiwijze.  De doosvrucht bevat 2 - 4 zaden.

Ruige weegbree is meerjarig.

 

 

Leg de zaden voorafgaande het zaaien een week in de koelkast om een koedeprikkel toe te passen. De zaden zullen dan sneller ontkiemen.

 

Voorzaaien

April

Zaai de zaden en een tray of potjes in een Biologische zaaistekgrond.

 

 

Zaaien vollegrond

Mei – juli

Zaden afdekken om vogelvraat te voorkomen.

 

 

Bloeiperiode

Mei – Oktober

 

Winterhard

Ja, tot -20 graden.

 

Vaste plant

Ja.

 

 

Waardplant

ja, Vlinders.

 

 

Medicinaal

Ja.