Stambonen

Stambonen worden ook wel lage bonen genoemd.

Bonen behoren tot de familie van vlinderbloemgewassen welke het vermogen hebben om in combinatie van bacteriën stikstof uit de lucht vast te leggen en zo kan de plant zichzelf deels voorzien van stikstof. Op de wortels zie je wortelknobbeltjes met de bacteriën.
 

Wanneer uw grond nog geen of onvoldoende bacteriën bevat kun u de grond enten met bacteriën. Je kunt hier b.v de wortels van de tuinbonen voor gebruiken waarop de knobbeltjes wel zichtbaar zijn. Wrijf deze fijn en strooi deze uit over de bodem waarop u de bonen gaat zaaien of planten. 
 

Na de oogst kunt u de planten daarom beter afknippen en de wortels laten zitten waardoor de stikstof vastlegging nog even doorgaat voor het opvolgende gewas.

Bonen hebben op zandgrond alleen behoefte aan wat rijpe compost. Bonen zijn kalk minnend en houden niet van mest. 

Droogbonen

Van deze soorten laat je aan de planten de bonen helemaal drogen tot de peulen dor, droog en strokleurig  zijn, dan pas kun je de boontjes binnenin oogsten. 

Na het oogsten laat je de boontjes helemaal nadrogen. Vervolgens verpak je deze in een gripzakje en schrijf hier de naam van het soort erop en de data. 

Leg deze nu 24 uur in de vriezer. Hiermee voorkom je dat de e.v.t eitjes van de bonenkever uit gaan komen. Haal nu het zakje uit de vriezer en laat de bonen in het zakje ontdooien. Vervolgens de bonen nogmaals na laten drogen en daarna in een goed afgesloten pot op een donkere koele plaats bewaren. 

Voor gebruik de bonen een nacht weken ik koud water. Daarna afgieten en met schoon water opzetten en koken. Daarna kun je de bonen verwerken voor de maaltijd. 

Voorbehandeling
Week de bonen maximaal 12 uur in water. Giet het water af en leg de bonen in een bakje en dek dit af met een vochtig stukje keukenpapier. Het keukenpapier regelmatig bevochtigen en wacht tot de bonen beginnen te schieten.

Voorzaaien in de kas
Bonen zijn vrij vorstgevoelig dus zaai buiten niet eerder dan 15 mei. In de kas kunt u in april de bonen voortrekken door deze in potten te zaaien. Vul de pot met ¾ potgrond en ¼ brekerzand en leg 3 boontjes in elke pot. Na 15 mei buiten uitplanten. Bonen verlangen een grond temperatuur van 10 – 12 graden en de grond mag niet te vochtig zijn. Bonen vrezen vooral de combinatie van koude en natte grond.

Teelt in vollegrond

Zaai geen bonen waar eerst spinazie heeft gestaan. Bonenvliegen leven ook op andere peulvruchten en op spinazie en sla. 

Leg de bonen bij warm en groeizaam weer in rijen en 2 tot 5 cm diep afhankelijk van de grote van de boon.  De afstand tussen de rijen is 50 centimeter. Leg om de 10 centimeter een boon of om de dertig centimeter 3 bonen. Bij de laatste is het makkelijker om tussen de bonen door te schoffelen. De zaadlobben ontvouwen zich boven de grond.

Bemestingsplan Zandgrond

Wij gaan er van uit dat er tussen november en maart een basisbemesting heeft plaatsgevonden. (Zie voor uitleg in de paarse balk bij item ecologisch tuinieren-bodem-bemestingsplan)

Peulvruchten hebben geen bemesting nodig. Peulvruchten kunnen stikstof binden door bacterie bolletjes op de wortels. Wanneer de erwtenplanten opgeruimd worden kun je beter de planten bij de grond af knippen en de wortels met de bacterie bolletjes laten zitten. Deze rotten vanzelf weg.

Geef in mei 1 gift van 450 gram Vinassekali per 5 m2 bij aanplant. Wanneer u direct daarna nog een tweede teelt bonen zet dan geen vinassekali meer geven.

Of u geef  1 gift van 150 gram patentkali in mei bij aanplant voor de eerste teelt. Geef daarna bij direct  een tweede teelt in augustus nogmaals 150 gram patentkali  per 5 m2.

Te vermijden combinaties
Bieslook, doperwt, knoflook, knolvenkel, prei, rode biet, sjalot, ui.

Oogsten
Droogbonen worden als de peulen geel worden en beginnen te drogen in de peul geoogst om daarna goed te laten drogen. Als de peulen helemaal droog zijn worden pas de boontjes eruit gehaald. Deze zijn dan donker bruin/ rood. Voor het opslaan van de droge bonen plaats je deze 10 dagen in de vriezer. Dit om het uitkomen van eventuele eitjes van de bonenvlieg te voorkomen.

Botrytis - Grauwe schimmel

Botrytis is een wondparasiet. Kenmerkend is het wit-grijze schimmelpluis op de rottende vruchten aan de plant. . Lees meer

Vogels

Op zich zijn vogels belangrijk in je tuin omdat deze larven, rupsen, slakken en insecten eten. Maar vogels kunnen ook grote schade aan de gewassen aanbrengen. . Lees meer